Lunatomalacie (ziekte van Kienböck)

Wat is de ziekte van Kienböck?

De ziekte van Kienböck is een aandoening in de hand waarbij het lunatum (het halve maanvormige botje) een van de 8 botjes in de handwortel is aangedaan (fig 1). De ziekte werd voor het eerst in 1910 in Wenen beschreven door een radioloog Robert Kienböck. Het lunatum vormt samen met het erboven liggende capitatum botje de centrale as van de handwortel. De aandoening komt meestal voor bij mannen tussen de 20 en 40 jaar.  

Hoe ontstaat een Lunatomalacie?

Door een of andere oorzaak ontstaat een zogenaamde aseptische botnecrose (zie ook ziekte van Perthes). De bloedvoorziening naar het botje schiet tekort of stopt. Daardoor sterft het bot af. Het lichaam zal nu het dode bot gaan opruimen en vervangen door nieuw levend bot. In deze fase wordt het botje echter zachter en zal verzwakken. Wanneer de belasting echter aanwezig blijft, kan het botje inzakken (collaps) en raakt de handwortel dus vervormd. De nu vrijgekomen ruimte wordt ingenomen door een verschuiving van andere handwortelbeentjes met een verstoring van de handwortel en de functie van de hand.

Oorzaken kunnen zijn een afwijking in de aanleg van de normale bloedvoorziening en bloedvaten naar het lunatum. Daardoor wordt dit kwetsbaarder bij acute of chronische letsels en beschadigingen. Opvallend is dat we vaak het beeld zien dat in het polsgewricht de lengte van de ellepijp een stukje korter is dan van het spaakbeen (fig 2), de zogenaamde “ulna minus variant”. Het idee hierachter is dat bij deze variant de druk op het lunatum groter is dan bij een gelijke lengte. Andere mogelijke oorzaken zijn jicht, cortison gebruik, sikkelcel ziekte ed.

Welke klachten vinden we bij een lunatomalacie?

De klachten zijn afhankelijk van de fase waarin de aandoening zich bevindt. We onderscheiden in principe 4 fasen. De klachten kunnen hierbij variëren van enig ongemak in de pols en handwortel tot forse klachten en bewegingsbeperking. Vaak vinden we enige zwelling over de handwortel en drukpijn aan de strekzijde van de pols over het lunatum. Opvallend is dat de grip van de pols vaak aanmerkelijk zwakker is.

Röntgenonderzoek bij een lunatomalacie

Ook hier kunnen we dezelfde 4 fasen onderscheiden. Het gewone röntgenonderzoek zal pas bij fase 2 enige vage afwijkingen laten zien. Bij fase 3 als het botje inzakt is het röntgenonderzoek duidelijk. Voor de vroege diagnose is met name de MRI-scan en de botscan veel duideljker. Bij de laatste fase 4 zien we dat de handwortel vervormt raakt door verschuiving van de handwortelbeentjes.

Lees verder over de behandeling van lunatomalacie.