Gebroken hand of handfractuur

Bent u ooit zo gefrustreerd geweest dat u met uw vuist op de muur wilde slaan? Als u dat doet loopt u de kans een van de botten in uw hand te breken. Fracturen van de botten in de hand beslaan ongeveer een derde van alle handfracturen. Fracturen van het vijfde bot (het bot dat leidt naar de pink) zijn algemeen bekend als de ‘boxer-fractuur’. De botten in de hand kunnen breken bij de knokkel, in het midden en bij de pols.

Symptomen

Symptomen van een gebroken handbot zijn:

  • Zwelling
  • Gevoeligheid
  • Vervorming
  • De vinger niet kunnen bewegen
  • Verkorte vinger
  • Ingedrukte knokkel
  • Bij een gedeeltelijke vuist (grijpbeweging rond een tennisbal) schuiven er vingers over elkaar

Diagnose en behandeling

Uw arts zal röntgenfoto’s laten maken om de locatie en het type van de fractuur te bepalen. Het lichamelijk onderzoek kan ook een aantal bewegingstests beslaan en een onderzoek naar het gevoel in de vingers om te kijken of er schade is aan de zenuwen.

Meestal kan de arts de botten zonder operatie weer op de juiste plaats krijgen. Dan wordt er een gipsverband, spalk of fractuurbrace aangebracht om de zaak te fixeren en alles op zijn plaats te houden. Het gipsverband loopt waarschijnlijk van uw vingertoppen, langs uw pols en bijna helemaal tot aan uw elleboog om ervoor te zorgen dat de handbotten op hun plaats blijven. Uw arts zal u waarschijnlijk een week later terug willen zien voor nieuwe röntgenfoto’s om er zeker van te zijn dat alle botten nog op de juiste plaats zitten. Gebruikelijk is dat u 3 à 4 weken het gipsverband om heeft, maar u kunt al met voorzichtige oefeningen beginnen na 3 weken. Na de genezing kan uw vinger iets korter zijn, maar dat hoeft geen invloed te hebben op het functioneren van uw hand en vinger.

Lees verder over de behandeling van een gebroken hand